Agapornis nigrigenis
 

A. roseicollis

A. fischeri

A. personatus

A. lilianae

A. nigrigenis

A. canus

A. taranta

TERUG

 

 

 

 

Algemene informatie

De Agapornis Nigrigenis werd in 1904 ontdekt aan de Muguazirivier in Zambia door Dr. Kirkman. Daar leven ze in een relatief klein verspreidingsgebied in Zuidwest Zambia, tussen de Zambezi Rivier,in het zuiden en de Kafue Rivier in het noorden. Hun verspreidingsgebied grenst aan dat van de A. Lilianea. Uit een studie van een Duitse arts bleek dat ze het meest te vinden waren in de wouden langs de Zambesi. Deze wouden zijn slechts enkele meters breed en gaan dan over in droge savannen. Daar halen ze hun voedsel bestaande uit allerhande zaden bessen, vruchten en bladknoppen.

Beschrijving A. Nigrigenis

  • 13,5 cm groot en daarmee één van de kleinste agaporniden

  • het voorhoofd en de bovenkop zijn roestbruin overgaand in donkerbruin

  • de kin, de keel en de wangen zijn zwart (antracietkleurig)

  • het achterhoofd olijfgroen

  • de mantel, het vleugeldek en de stuit zijn dof grasgroen

  • de onderborst, de buik, de flanken en de anaalstreek zijn geelachtig groen

  • de snavel is rood, bovenaan overgaand in dieproze, met aan de basis een witte washuid

  • de poten zijn grijsachtig met bruine nagels

  • de bruine ogen hebben een witte oogring

  • natuurlijk is er ook de oranje, zalmroze borstvlek

  • er is geen uiterlijk verschil tussen de man en de pop

Kruisingen

In de jaren '30 werden ze massaal ingevoerd en men kon ze voor een peulschil kopen. Velen kruisten ze met andere witte oogring Agaporniden waardoor en veel hybriden in de omloop waren. Gelukkig zijn er heden nog een klein aantal zuivere A. Nigrigenissen waarmee er gekweekt wordt. Het is heel moeilijk om de kruisingen te herkennen, maar er zijn enkele belangrijke punten :

  • mosgroene stuit, vertoont bij kruising blauwe aanslag

  • borstvlek mag geen geel bevatten

  • teveel rood in het masker kan duiden op kruising met A. Fischeri of A.Lilianea

  • ze zijn kleiner dan andere agaporniden en hebben een typische houding, net als de A. Lilianea

Mutaties

Dgroen en DDgroen, blauw, Dblauw, DDblauw, lutino, overgoten en pallid.